Lidwoord voor biomarker

1

de biomarker m

aanwijzend voornaamwoord
deze biomarker, die biomarker

dichtbij deze biomarker

verder weg die biomarker

betrekkelijk voornaamwoord
de biomarker die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun biomarker
onbepaald voornaamwoord
elke biomarker
buigings-e
de grote biomarker, een grote biomarker

Woorden die lijken op biomarker