Lidwoord voor bus

1

de bus m

autobus
aanwijzend voornaamwoord
deze bus, die bus

dichtbij deze bus

verder weg die bus

betrekkelijk voornaamwoord
de bus die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bus
onbepaald voornaamwoord
elke bus
buigings-e
de grote bus, een grote bus
2

de bus v(m)

bak, blik, cilinder
aanwijzend voornaamwoord
deze bus, die bus

dichtbij deze bus

verder weg die bus

betrekkelijk voornaamwoord
de bus die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bus
onbepaald voornaamwoord
elke bus
buigings-e
de grote bus, een grote bus

Woorden die lijken op bus