Lidwoord voor gemoed

1

het gemoed o

aanwijzend voornaamwoord
dit gemoed, dat gemoed

dichtbij dit gemoed

verder weg dat gemoed

betrekkelijk voornaamwoord
het gemoed dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun gemoed
onbepaald voornaamwoord
elk gemoed
buigings-e
het grote gemoed, een groot gemoed

Woorden die lijken op gemoed