Lidwoord voor grijsrijder

1

de grijsrijder m

aanwijzend voornaamwoord
deze grijsrijder, die grijsrijder

dichtbij deze grijsrijder

verder weg die grijsrijder

betrekkelijk voornaamwoord
de grijsrijder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun grijsrijder
onbepaald voornaamwoord
elke grijsrijder
buigings-e
de grote grijsrijder, een grote grijsrijder

Woorden die lijken op grijsrijder