Lidwoord voor liefdespaar

1

het liefdespaar o

aanwijzend voornaamwoord
dit liefdespaar, dat liefdespaar

dichtbij dit liefdespaar

verder weg dat liefdespaar

betrekkelijk voornaamwoord
het liefdespaar dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun liefdespaar
onbepaald voornaamwoord
elk liefdespaar
buigings-e
het grote liefdespaar, een groot liefdespaar

Woorden die lijken op liefdespaar