Lidwoord voor noodweer

1

het noodweer o

weer
aanwijzend voornaamwoord
dit noodweer, dat noodweer

dichtbij dit noodweer

verder weg dat noodweer

betrekkelijk voornaamwoord
het noodweer dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun noodweer
onbepaald voornaamwoord
elk noodweer
buigings-e
het grote noodweer, een groot noodweer
2

de noodweer v(m)

zelfverdediging
aanwijzend voornaamwoord
deze noodweer, die noodweer

dichtbij deze noodweer

verder weg die noodweer

betrekkelijk voornaamwoord
de noodweer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun noodweer
onbepaald voornaamwoord
elke noodweer
buigings-e
de grote noodweer, een grote noodweer

Woorden die lijken op noodweer