Lidwoord voor rijm

1

het rijm o

gedicht, gelijkheid
aanwijzend voornaamwoord
dit rijm, dat rijm

dichtbij dit rijm

verder weg dat rijm

betrekkelijk voornaamwoord
het rijm dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun rijm
onbepaald voornaamwoord
elk rijm
buigings-e
het grote rijm, een groot rijm
2

de rijm m

songtekst
aanwijzend voornaamwoord
deze rijm, die rijm

dichtbij deze rijm

verder weg die rijm

betrekkelijk voornaamwoord
de rijm die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun rijm
onbepaald voornaamwoord
elke rijm
buigings-e
de grote rijm, een grote rijm

Woorden die lijken op rijm