Lidwoord voor sint-janskruid

1

het sint-janskruid o

aanwijzend voornaamwoord
dit sint-janskruid, dat sint-janskruid

dichtbij dit sint-janskruid

verder weg dat sint-janskruid

betrekkelijk voornaamwoord
het sint-janskruid dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun sint-janskruid
onbepaald voornaamwoord
elk sint-janskruid
buigings-e
het grote sint-janskruid, een groot sint-janskruid