Lidwoord voor trouwdag

1

de trouwdag m

aanwijzend voornaamwoord
deze trouwdag, die trouwdag

dichtbij deze trouwdag

verder weg die trouwdag

betrekkelijk voornaamwoord
de trouwdag die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun trouwdag
onbepaald voornaamwoord
elke trouwdag
buigings-e
de grote trouwdag, een grote trouwdag

Woorden die lijken op trouwdag