Lidwoord voor uithuisplaatsing

1

de uithuisplaatsing v

aanwijzend voornaamwoord
deze uithuisplaatsing, die uithuisplaatsing

dichtbij deze uithuisplaatsing

verder weg die uithuisplaatsing

betrekkelijk voornaamwoord
de uithuisplaatsing die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun uithuisplaatsing
onbepaald voornaamwoord
elke uithuisplaatsing
buigings-e
de grote uithuisplaatsing, een grote uithuisplaatsing

Woorden die lijken op uithuisplaatsing