Lidwoord voor verkoopargument

1

het verkoopargument o

aanwijzend voornaamwoord
dit verkoopargument, dat verkoopargument

dichtbij dit verkoopargument

verder weg dat verkoopargument

betrekkelijk voornaamwoord
het verkoopargument dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun verkoopargument
onbepaald voornaamwoord
elk verkoopargument
buigings-e
het grote verkoopargument, een groot verkoopargument

Woorden die lijken op verkoopargument