Lidwoord voor hockey

1

het hockey o

aanwijzend voornaamwoord
dit hockey, dat hockey

dichtbij dit hockey

verder weg dat hockey

betrekkelijk voornaamwoord
het hockey dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun hockey
onbepaald voornaamwoord
elk hockey
buigings-e
het grote hockey, een groot hockey

Woorden die lijken op hockey