Lidwoord voor wacht
1
de wacht m
bewaker
aanwijzend voornaamwoord
deze wacht, die wacht
dichtbij deze wacht
verder weg die wacht
betrekkelijk voornaamwoord
de wacht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun wacht
onbepaald voornaamwoord
elke wacht
buigings-e
de grote wacht, een grote wacht
2
de wacht v(m)
groep, toezicht
aanwijzend voornaamwoord
deze wacht, die wacht
dichtbij deze wacht
verder weg die wacht
betrekkelijk voornaamwoord
de wacht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun wacht
onbepaald voornaamwoord
elke wacht
buigings-e
de grote wacht, een grote wacht