Lidwoord voor bourgondiër

1

de bourgondiër m

aanwijzend voornaamwoord
deze bourgondiër, die bourgondiër

dichtbij deze bourgondiër

verder weg die bourgondiër

betrekkelijk voornaamwoord
de bourgondiër die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bourgondiër
onbepaald voornaamwoord
elke bourgondiër
buigings-e
de grote bourgondiër, een grote bourgondiër