Lidwoord voor breedspoor

1

het breedspoor o

aanwijzend voornaamwoord
dit breedspoor, dat breedspoor

dichtbij dit breedspoor

verder weg dat breedspoor

betrekkelijk voornaamwoord
het breedspoor dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun breedspoor
onbepaald voornaamwoord
elk breedspoor
buigings-e
het grote breedspoor, een groot breedspoor

Woorden die lijken op breedspoor