Lidwoord voor draad

1

de draad m

discussieonderwerp, geheel, verband
aanwijzend voornaamwoord
deze draad, die draad

dichtbij deze draad

verder weg die draad

betrekkelijk voornaamwoord
de draad die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun draad
onbepaald voornaamwoord
elke draad
buigings-e
de grote draad, een grote draad
2

het/de draad o+m

materiaal, vezel
aanwijzend voornaamwoord
dit draad, dat draad

dichtbij dit draad

verder weg dat draad

betrekkelijk voornaamwoord
het draad dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun draad
onbepaald voornaamwoord
elk draad
buigings-e
het grote draad, een groot draad

aanwijzend voornaamwoord
deze draad, die draad

dichtbij deze draad

verder weg die draad

betrekkelijk voornaamwoord
de draad die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun draad
onbepaald voornaamwoord
elke draad
buigings-e
de grote draad, een grote draad

Woorden die lijken op draad