Lidwoord voor magnesiet
1
het/de magnesiet o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit magnesiet, dat magnesiet
dichtbij dit magnesiet
verder weg dat magnesiet
betrekkelijk voornaamwoord
het magnesiet dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun magnesiet
onbepaald voornaamwoord
elk magnesiet
buigings-e
het grote magnesiet, een groot magnesiet
aanwijzend voornaamwoord
deze magnesiet, die magnesiet
dichtbij deze magnesiet
verder weg die magnesiet
betrekkelijk voornaamwoord
de magnesiet die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun magnesiet
onbepaald voornaamwoord
elke magnesiet
buigings-e
de grote magnesiet, een grote magnesiet