Lidwoord voor welgevallen

1

het welgevallen o

aanwijzend voornaamwoord
dit welgevallen, dat welgevallen

dichtbij dit welgevallen

verder weg dat welgevallen

betrekkelijk voornaamwoord
het welgevallen dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun welgevallen
onbepaald voornaamwoord
elk welgevallen
buigings-e
het grote welgevallen, een groot welgevallen

Woorden die lijken op welgevallen